Healing environments

Healing environment, evidence-based design. In Europa kennen we deze termen nog maar relatief kort. Maar de Nederlandse pionier Fiona de Vos, is al een paar stappen verder. "Ik praat liever over bewuster bouwen en generative space design".

Fiona de Vos heeft zolang als ze zich kan herinneren haar hart gevolgd. Ze groeide op in Amsterdam-Zuid. Van haar ouders kreeg ze een gezonde portie zelfvertrouwen mee. Een basisgevoel dat ‘alles altijd wel goed zou komen’. Na de middelbare school maakte ze in haar eentje een wereldreis naar Australië en Nieuw-Zeeland. Terug in Nederland overwoog ze Spaans te gaan studeren (‘een opwelling’), maar koos daarna toch voor de studie psychologie. Ze specialiseerde zich op de omgevingspsychologie: een vak dat destijds in Nederland nog nauwelijks ontdekt was. 

Nu, twee decennia later, doceert ze het vak zelf aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is oprichter van Studio dVO, advies- en onderzoeksbureau in de omgevingspsychologie, gespecialiseerd in de interactie tussen de gebouwde omgeving en de mens.. Dat kunnen kantoren of kinder(speel)omgevingen zijn, maar de focus ligt vooral op de gezondheidszorg.

In de Verenigde Staten deed en doet ze veel ervaring en inspiratie op. Ze werkte samen met onder andere Bruce Komiske, een bevlogen en wereldberoemde projectleider gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van kinderziekenhuizen. 

In Nederland adviseert De Vos ziekenhuizen, organisaties en instellingen in de ouderenzorg, de GGZ en de psychiatrie over bouwen vanuit het perspectief van evidence-based design en healing environments. Maar eigenlijk denkt ze alweer vooruit, vertelt ze.

"Ik ben erg geïnteresseerd in generative space design. Deze visie is ontwikkeld door Wayne Ruga, mijn coach in Amerika.

Generative space design heeft als doel om het welzijn van de gebruikers van het gebouw te verhogen, maar ook om faciliterend te zijn aan de lokale gemeenschap. Het gebouw wordt een ruimte waarin mensen optimaal tot hun recht komen. Waarom zou je bijvoorbeeld een grote ziekenhuishal, waarin ook altijd restaurants en winkeltjes gevestigd zijn, niet openstellen voor eenzame en sociaal geïsoleerde ouderen in de wijk, zodat die daar ’s avonds een maaltijd kunnen nuttigen? Helaas zijn dit soort ideeën in Europa nog heel moeizaam. Dat is hier nog een brug te ver. 

format_quote

Veel ziekenhuizen denken dat daglicht, eenpersoonskamers en een plant in de gang voldoende zijn. 

 

In de Verenigde Staten is dat heel anders. In Chicago bijvoorbeeld zijn alle 23 afdelingen van het Ann and Robert H. Lurie Children's Hospital geadopteerd door allerlei lokale non-profit organisaties van de stad, van het planetarium en het wetenschapsmuseum tot de botanische tuin en een balletschool, enzovoort. Dat is het Creative Arts Community Partnership Program. Al die organisaties hebben kosteloos elk een afdeling ingericht: speelruimtes, gangen, hallen en verpleegafdelingen. Op die manier is het ziekenhuis honderd procent Chicago geworden en betrek je de gemeenschap bij de zorg. Ik vind dat bijzonder inspirerend.”

Fiona de Vos

Fiona de Vos denkt alweer vooruit: ze praat nu over generative space. 

De Vos merkt dat ziekenhuizen in haar eigen land soms te gemakkelijk denken over het creëren van een helende omgeving. 

"De reden dat ik liever over generative space praat, is omdat de term healing environment een containerbegrip is geworden. Het wordt te pas en te onpas gebruikt, zonder dat er een visie achter zit. Veel ziekenhuizen denken dat daglicht, eenpersoonskamers en een plant in de gang voldoende zijn.” 

Niets is minder waar. Elke ontwerpkeuze heeft consequenties. Daar moet je over nadenken. Ik treed vaak op als de verbindende schakel tussen de opdrachtgever, bijvoorbeeld een ziekenhuis, en de architect. Niet alleen de bouw, ook de inrichting van een gebouw is essentieel.

Materiaalgebruik heeft ook enorm veel invloed. Denk bijvoorbeeld aan de akoestiek: veel lawaai op een afdeling neonatologie geeft stress bij baby’s: hun hartslag gaat omhoog, de zuurstofopname daalt. Er is een fantastische TED-talk van sound consultant Julian Treasure, getiteld ‘Why architects need to use their ears’ die ik altijd aan mijn studenten laat zien tijdens colleges. Het is een appèl aan ontwerpers om aandacht te schenken aan de ‘onzichtbare architectuur’ van geluid. Geluid beïnvloedt ons fysiologisch, psychologisch, cognitief en gedragsmatig. Het wordt echt tijd dat daar bij elke nieuwbouw of verbouw, vanuit de beleving, rekening mee wordt gehouden.” 

Fiona de Vos adviseert instellingen die hun gebouw willen inrichten als helende omgeving niet te snel aan de slag te gaan. "Het begint met heel goed nadenken en het ontwikkelen van een visie", zegt ze.

"Uit onderzoek is bekend dat minstens tien tot twintig procent van de totale bouwkosten bestaat uit faalkosten: zaken die zijn misgegaan en opnieuw gedaan moeten worden. En van die faalkosten is veertig procent te wijten aan communicatiestoornissen. Als omgevingspsycholoog ben ik de verbindende schakel tussen alle betrokkenen. ‘De smeerolie’ tussen alle onderdelen, om het maar zo uit te drukken. Daarbij zet ik mijn kennis in, maar vooral ook mijn gevoel en mijn passie. Ik wil anderen niet voorschrijven hoe ze het moeten doen, ik wil ze vooral laten ervaren hoe het anders kan."

4 termen en definities

Healing environment: een omgeving die herstel, welzijn en beleving zodanig ondersteunt dat zij bevorderend werkt op genezing.

Evidence-based design:de architectonische parallel van evidence-based medicine, ontwerpen van gebouwen gestaafd op het best beschikbare bewijs van effectiviteit.

Omgevingspsychologie: een wetenschappelijk vakgebied dat zich bezig houdt met de interactie tussen de (gebouwde) omgeving en het gedrag, de waarneming en beleving van mensen.

Generative space: een ruimte – zowel fysiek als sociaal –  waar de beleving van gebruikers de functionele vereisten van die ruimte invult. De ruimte verbetert de gezondheid, de gezondheidszorg en kwaliteit van leven van de gebruikers, die daar op een eigen manier invulling aan geven. 

Tekst Aliëtte Jonkers

Foto: Ingredient Media, Esa Kyyrö