De Werkplaats

De Werkplaats in Bilthoven is een van de eerste basisscholen in Nederland zonder klaslokalen, waar leerlingen en docenten in een open leeromgeving werken. “Een goede akoestiek is een van de belangrijkste voorwaarden om zo’n concept te laten slagen”, zegt architect Kees Willems.

In een hoekje kijkt een groep kinderen naar een educatief tv-programma, een paar meter verderop zitten twee jongetjes aan een rekenopdracht te werken, weer een paar meter verder ruimt een stel meisjes wat knutselspullen op. Het is net een geoliede machine op basisschool De Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven. In de grote open ruimte van ruim duizend vierkante meter, verplaatsen de 300 kinderen van groep 5 tot en met 8 zich vanzelf naar de leeractiviteiten die ze gaan doen. Er wordt gewerkt volgens de filosofie van Kees Boeke, die de school in 1926 oprichtte.

Open leeromgeving

Enkele jaren geleden kreeg De Werkplaats de kans om de school te herbouwen en te renoveren. Ze lieten het oude en bekende concept van klaslokalen los en pasten het gebouw aan, waardoor het nog beter aansluit bij de filosofie van Kees Boeke. Er werd een splinternieuw schoolgebouw afgeleverd, waar de lessen in één grote ruimte worden gegeven: de open leeromgeving.

Hans Kloosterman

Hans Kloosterman, leerkracht van groep 7/8 met enkele van zijn leerlingen.

“Heb je even”, zegt leerkracht van groep 7/8 Hans Kloosterman, als hem gevraagd wordt naar de voordelen van dit concept. “Het is zo fantastisch. Voorheen had elke klas zijn eigen lokaal, en wanneer je een andere activiteit wilde doen, moest je het hele lokaal verbouwen door te schuiven met tafels. Als een kind zich niet kon concentreren, werd er een stil hoekje op de gang onder de kapstokken gecreëerd, maar dat is natuurlijk niet ideaal. Doordat alle klassen zich nu in één grote ruimte bevinden, kan elke vierkante meter benut worden, en verspil je geen ruimte aan bijvoorbeeld een gang.”

Ook het schuiven met de tafels is voorbij: “In de school is elke hoek ingericht voor een bepaalde activiteit. Dus als we gaan knutselen, gaan we naar het atelier. Kinderen die prikkelgevoelig zijn, gaan naar het stille gedeelte in het gebouw. De kinderen verschuiven dus, in plaats van dat het interieur van het klaslokaal wordt aangepast.” 

format_quote

De omgeving moet zich aanpassen aan het kind en niet andersom.

 

Open leeromgeving geeft vrijheid

Head teacher Jeroen Goes.

Hoofdonderwijzer Jeroen Goes.

De Werkplaats Kindergemeenschap is niet de eerste basisschool die met een dergelijke open leeromgeving werkt. Schooldirecteur Jeroen Goes liet zich onder andere inspireren door basisschool c in Rosmalen. “Deze school werkt ook met één grote ruimte. Een schot in de roos, want wij wilden van de gesloten klaslokalen af. Omdat we het belangrijk vinden dat de omgeving zich aanpast aan het kind, en niet andersom. Door de open ruimte kunnen kinderen in veel meer vrijheid hun taken uitoefenen en bepalen waar ze dat doen, en met wie. Dit geeft kinderen een grote mate van zelfstandigheid om hun eigen keuzes maken en ook reflecteren op die keuzes. Doordat het kind zich verplaatst, raakt het ook meer geïnspireerd.

Groter saamhorigheidsgevoel

Leerling Lennart (10) die in groep zeven zit, kan dat beamen: “Als ik een verhaal moet schrijven, dan ga ik altijd bij het raam zitten. Anders krijg ik geen ideeën.” Hij is ook blij dat hij kan samenwerken met kinderen uit andere klassen. “Nu kan ik toch bij mijn vriendje zitten, ook al is hij blijven zitten.”

Maar er zijn niet alleen voordelen voor de leerlingen, ook de docenten hebben er baat bij, vertelt leerkracht Hans Kloosterman: “Je hebt een minder benauwd gevoel dan in de kleinere klaslokalen. En doordat alles open is, kan ik direct makkelijk overzien wat de kinderen allemaal aan het doen zijn. De leerlingen van de verschillende klassen wisselen ook wel eens van klas, waardoor er een groter “wij-gevoel” ontstaat. De kinderen die ik lesgeef zijn niet meer alleen “mijn” kinderen, maar “onze” kinderen. We helpen elkaar waar nodig, het saamhorigheidsgevoel is enorm toegenomen.”

Architect Kees Willems

Architect Kees Willems.

 

Het resultaat: een stillere school

Je zou denken dat wanneer je 300 schoolkinderen in één ruimte hebt, er een kakafonie aan geluiden ontstaat. Maar dat is niet zo: de school is absoluut geen kippenhok. Om dit te realiseren heeft architect Kees Willems bij het ontwerpen van het gebouw in eerste instantie op de akoestiek gelet.
“Daar begint het hele proces. Als de akoestiek niet in orde is, mislukt het hele onderwijsconcept. Want als je geluidsoverlast hebt van elkaar, ga je wandjes plaatsen, zodat het hele concept weg is en je weer terug naar de oude situatie gaat. Een goede akoestiek is de belangrijkste fysieke voorwaarde om zo’n landschap te laten slagen. Anders krijg je een ziekmakend gebouw. Wanneer anderen lawaai maken, ga je harder praten om verstaanbaar te zijn, wat meer energie kost. Daarnaast kun je je gaan ergeren aan het geluid van anderen, en je minder goed concentreren. En concentratie is van groot belang voor kinderen om de lesstof te kunnen opnemen.”

format_quote

Als de akoestiek niet in orde is, mislukt het hele onderwijsconcept

Geluidsabsorberende materialen zijn een must

In een open leeromgeving gelden andere bouwfysische eisen dan in een standaard klaslokaal. Akoestisch adviseur Jeroen Vugts kreeg de opdracht om er voor te zorgen er aan deze eisen werd voldaan. Dat is Jeroen wel toevertrouwd, het resultaat mag er zijn. In overleg met de architect is er veelvuldig gebruik gemaakt van geluidsabsorberende materialen om de akoestiek te optimaliseren. In de inrichting, maar ook in de wanden en akoestische plafonds, die zijn geleverd door Ecophon.

‘Wij werken graag met Ecophon vanwege hun praktische aanpak. Zij hebben veel kennis over akoestiek, en doen veel onderzoek naar het effect van geluid in klaslokalen. Als je geen goede plafonds hebt om het geluid mee te absorberen, dan krijg je een kippenhokeffect. Wat geen vruchtbare lesomgeving is voor een kind.”

Leerkracht Hans Kloosterman is het hier mee eens: “Ik kan op normale toon met de kinderen praten, en de docent die een paar meter verderop staat heeft hier geen last van. Dat is erg prettig, want zo hebben we geen last van elkaar.” Nadelen kan hij niet bedenken: “Dit is de toekomst, dat is zeker.”

 

Tekst: Rhijja Jansen

Fotografie: De Beeldredaktie/Erik van´t Woud