Cruciale factoren voor het ontwerp van de werkomgeving en het welzijn

Als je besluit te investeren in het welzijn op de werkplek, hoe weet je dan welk rendement je mag verwachten? Julia Ayuso Sanchez, People Lab Director bij vastgoed dienstverlener CBRE, heeft het antwoord. Ze heeft een tool ontwikkeld om de kenmerken te meten die de productiviteit en het welzijn op de werkplek kunnen verbeteren. Biofilie is het toverwoord.

Julia Ayuso Sanchez, D.Arch, geeft leiding aan CBRE Lab, een mensgericht innovatiecentrum dat onderzoeksprocessen integreert met gebruik in de dagelijkse praktijk. Haar onderzoek aan de Polytechnische Universiteit van Madrid en de Keio Universiteit van Tokio richt zich op het gebruik van planten, daglicht en hout als middel om de capaciteiten op de werkplek te verhogen.

format_quote

Meerdere studies hebben aangetoond dat de werkomgeving zowel de productiviteit als het welzijn van de mensen verbetert. Maar hoe kunnen we deze verbetering meten?

 

Julia_200px.jpg“Meerdere studies hebben aangetoond dat de werkomgeving zowel de productiviteit als het welzijn van de mensen verbetert. Maar hoe kunnen we deze verbetering meten?”

Deze uitdaging staat centraal in het promotieonderzoek van Julia. En ze is erin geslaagd een antwoord te formuleren. In haar proefschrift ontwikkelde ze een tool waarmee de toename in productiviteit en welzijn als gevolg van het architectonisch ontwerp gemeten kan worden.

“Het is gebaseerd op een wetenschappelijke methode en een holistische benadering waarbij rekening wordt gehouden met de fysiologische, psychologische, emotionele en culturele factoren die van invloed zijn op de productiviteit en het welzijn”, zegt Julia.

De resultaten tonen aan dat biofilische kenmerken in het werkplekontwerp de productiviteit, creativiteit en het welzijn en de gezondheid verbeteren.

“De tool, ontwikkeld en getest in meerdere pilots, opent de weg naar een hogere productiviteit op de werkplek, in tegenstelling tot de bestaande praktijken” zegt ze.

Er bestaat geen wonderrecept voor een perfecte werkomgeving of de definitie van welzijn, licht Julia toe, maar ze ontdekte wel dat er drie factoren zijn die steeds terugkomen in uitmuntende werkomgevingen:

1. Personalisatie

“Kantoorruimten zijn niet langer plekken die specifiek zijn ingericht voor werk-gerelateerde taken, maar worden in plaats daarvan een bedrijfsmiddel om een gevoel van community te creëren en samenwerking te stimuleren.”

2. Voordelen zichtbaar voor medewerkers, inclusief heldere uitleg

“Ik heb toenamen van 63,34 procent in productiviteit en 137,50 procent in creativiteit geconstateerd op het moment dat gebruikers niet alleen een uitmuntend ontwerp, maar ook een training in het correcte gebruik van hun werkomgeving aangeboden krijgen.”

3. Het aquarium met de plantenbak: de onbekende factor van het biofilisch ontwerp

“Een compleet biofilische ontwerpoplossing is aquascaping, oftewel onderwater tuinieren. Hierbij worden verschillende natuurlijke elementen gecombineerd, zoals planten, zuurstofvoorziening, het geluid en het bewegen van water en circadiaanse verlichting. Veel studies tonen aan dat beplante aquariums een impact hebben op de interieuromstandigheden, de luchtvochtigheid reguleren en het warmtecomfort verbeteren. Dat leidt vervolgens weer tot hogere niveaus van persoonlijk welzijn en kwantificeerbare voordelen.”

Je hebt in je onderzoek het geluid niet gemeten. Is daar een reden voor?

“Er zijn al veel studies waarin de impact van kenmerken van de binnenomgeving worden geëvalueerd in relatie tot elektrische en mechanische systemen, temperatuur-gerelateerde factoren, geluid en trilling, ergonomie en kantoorinrichting. Mijn proefschrift is een van de eerste onderzoeken waarin een combinatie van variabelen in het kader van biofilische ontwerpvoorstellen wordt geëvalueerd en gemeten. De rol van een biofilisch ontwerp in de binnenomgeving - gedefinieerd als ruimten binnen gebouwen met natuurlijke elementen - heeft tot nu toe weinig aandacht gekregen.”

Hoe ga je om met akoestische vraagstukken in je projecten bij CRBE?

“Ik denk niet dat er op dit moment iemand is die voordeel ziet in het in rijen geïsoleerde dozen onderbrengen van medewerkers. Evenmin is het een eenvoudige discussie over privékantoren versus open kantoorruimten. Het is niet heel waarschijnlijk dat een volledig open ruimte, zonder enige variatie in typen ruimten en zonder optimale akoestische oplossingen, tegemoet komt aan de behoeften van een moderne en wendbare organisatie. We zijn het er allemaal over eens dat het tijd is voor verandering, hoewel CEO's en CFO's zich wel afvragen welk rendement ze kunnen behalen op hun investeringen, en dat is een reële vraag. Dat is meteen ook de reden dat we de toename van de productiviteit in de verschillende werkomgevingen moeten kwantificeren met een solide wetenschappelijke basis.”

format_quote

De tool, ontwikkeld en getest in meerdere pilots, opent de weg naar een hogere productiviteit op de werkplek, in tegenstelling tot de bestaande praktijken.

Je hebt in Japan gewoond en daar ook onderzoek gedaan. Moet er bij het ontwerpen van een uitmuntende werkplek ook rekening worden gehouden met culturele verschillen?

“Om mijn methoden toe te lichten, geef ik vaak een paar succesvolle voorbeelden in Japan, Spanje of het VK, maar bespreek ik ook een gemaakte fout. Ik heb onderzoek gedaan voor een bedrijf in Japan dat houten interieurs produceert en ontwerpt. Ze waren vooral actief op het gebied van woonhuizen, maar wilden de kantoormarkt graag betreden. Met deze doelstelling in het achterhoofd hebben we een experiment gedaan waarbij we twee ruimten met elkaar vergeleken: één met kunststof materialen met een houten uitstraling en één ingericht met prachtig natuurlijk hout.

“Het resultaat was niet alleen dat de mensen in de ruimte met natuurlijk hout minder productief waren, maar ook fysieke symptomen van ongemak vertoonden. De reden was cultureel. De deelnemers aan het experiment waren 18-jarige Japanners die waren geboren in Japan en gewend waren aan geprefabriceerde kunststof constructies. De geur van hout werkte verstorend. Ze voelen zich thuis in omgevingen omringd door kunststof. De conclusie is dan ook dat er geen ‘one-size-fits-all’ oplossing is en dat meten pure noodzaak is.”

 

 

Tekst: Lars Wirtén